‘This is your ticket, your expected at the airport at 09:00
am.’ Is de de tekst die ik lees in mijn bed in hostel ‘6 degrees’ in Jakarta. Tot mijn schrik besef ik dat ik slechts
een uur de tijd heb om mijn tas in te pakken, te ontbijten uit te checken en
een taxirit te ondernemen naar de luchthaven. Onmogelijk. Zo gestrest als een
slurfhond haast ik mij naar beneden. Een kwartier later zit ik in een taxi.
Ik ken vrijwel
niemand die een goed woordje overheeft over Jakarta en na mijn ervaringen ben
ik niet van plan hierop een uitzondering te vormen. Het verkeer is het ergst
van alles. Zolang er file is, is het nog veilig te noemen. De taxi’s zijn erg
goedkoop, maar daar betaal je dan ook voor. Hoe ben ik in deze situatie beland.
Om 09:15 (am) sta ik -wonder boven
wonder- op de luchthaven. Het is dan wel de verkeerde terminal maar nog een
kwartier later is ook dat probleem verholpen.
Alle
meditatieoefeningen ten spijt ben ik toch een beetje zenuwachtig op dit moment.
Gelukkig blijkt er niets aan de hand. Ik kan gewoon inchecken met mijn bagage.
In het vliegtuig ga ik, toch wat oververhit, op mijn stoel zitten. Het dametje
naast me wijst naar mijn hoedje. ‘You, Justing Bieber’ zegt ze. Kom op zeg…
In Pontianak zit
ik op de achterbank van een stoffige grijze lambourgini (oid) terwijl een
snel-gemaakte vriend mij naar het carpoolstation brengt. ‘You will be in a car
with many friends and i twill cost you 200.000 rupiah’ legt hij uit. Dat klinkt
goed. Ik moet wel wachten, zegt hij, totdat al die vriendjes zich verzameld
hebben, maar gelukkig is er een restaurantje.
Het duurt
vijfeneenhalf uur voordat alle vriendjes zich verzameld hebben. Al die tijd zit
ik in dit restaurantje met wat mannen die ik amper kan verstaan. De serveerster
brengt mij een portie nasi goreng ayam en wijst naar mijn hoedje: ‘ah, Justing
Bieber.’ Wat hebben die mensen hier toch?
Om 18:30
vertrekken we naar Sintang. Het stortregent en de wegen zijn onverlicht. In het
licht van de koplampen kan ik soms wat stukjes bos en plantages zien. De
chauffeur is een kunstenaar. Met een geweldige handigheid manoeuvreert hij de
auto langs alle gaten in de weg, door alle bochtjes en langs al het andere
verkeer. Ik zit tussen twee mollige Indonesische mannetjes geplet en ben
gedwongen om continu hetzelfde suffe liedje met semi-romantische popliedjes te
luisteren. Op gegeven moment krijg ik een ingeving: ‘Apa nama artist?’ vraag
ik. ‘Ah, artist, music, yes this Justing Bieber’
Om vier uur in de
ochtend sta ik bij het huis van de pastoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten