Highlights

maandag 26 november 2012

Gesnapt


Tembak – vrijdag 23 November, 14:00

Agung en ik zitten op een bankje, ergens in een van de rubberplantages van de Dayaks. We rusten uit van de eerste helft van onze tocht over dit ruwe terrein. De plantages zijn stuk voor stuk aangelegd op de hellingen van de vele heuvels in dit gebied. Dat betekent een hoop geklauter; sommige hellingen zijn zo stijl dat ik mij aan de wortels van bomen moet optrekken om omhoog te komen. Soms komen we een beekje tegen. Dat betekent bijna altijd dat je een koorddans-act moet vertonen op een smalle, glibberige boomstronk. Als je valt ben je -in het gunstigste geval- kletsnat.
‘Wil je koffie?’ vraagt Agung, wijzend op een modderachtige substantie in een plastic flesje. ‘ja, doe maar.’ zeg ik. Ik neem een slok en proef dat ook deze koffie meer suiker bevat dan water. Maar goed, van suiker krijg je energie en dat heb ik nu hard nodig. Mijn T-shirt is doorweekt van het zweet en op het vel van mijn handen prijken vijf muggenbulten, netjes op een rij.
We staan op en vervolgen onze tocht. Twintig minuten komen we bij twee enorme rotsblokken, overgroeid met mos. ‘Hier is het,’ zegt Agung. ‘Kijk, daar loopt het tunneltje.’ Hij wijst naar een stukje grasachtige planten. Ik hurk neer en bestudeer de planten. Tussen de grashalmen is een ronde opening, inderdaad als een soort tunneltje. Het werk van een zoogdier; dertig centimeter hoog, nachtactief en een grondbewoner.
Als je het tunneltje volgt dan zie je ook waar het naartoe leidt: een spleet tussen de rotsen. ‘Dit is een goede plek voor onze cameraval’ zegt Agung. Dat ben ik zeker met hem eens. Ik haal de camera tevoorschijn. ‘Foto of video modus?’ vraag ik. ‘Video, dat is beter.’ Ik stel de camera in terwijl Agung de achterkant van de camera bevestigt aan een dun boompje. ‘Denk je dat hij zo goed staat gericht?’ Vraagt Agung.
‘Ja dat denk ik wel. Nu is het slechts een kwestie voor het dier om langs te komen en “hallo” te zeggen.’
‘En als hij door jouw camera wordt gefilmd, dan komt hij misschien ook wel langs onze val…’
‘Wat bedoel je met “onze val”’?
‘Kijk maar’ zegt Agung, wijzend op een lus gemaakt van takjes – een strik. Het ding was mij nog helemaal niet opgevallen. Terwijl ik bedenkelijk toekijk laat mijn vriend zien wat de bedoeling is - het dier loopt in de strik en wordt dan door de veerkracht van een omgebogen boompje omhoog gelanceerd. Het is een soort omgekeerde galg.
Terwijl we teruglopen naar het dorp, peins ik over het nut van mijn cameraval. Wat heeft het voor zin als ik een dier op de film heb, als hij drie meter verderop verstrikt raakt in een val? Het was mij al eerder opgevallen dat de Dayaks op een andere manier tegen dieren aankijken. De eerste ontdekking deed ik toen in op een bruiloft naar de wc moest. Ik werd toen in een huisje geleid en naar de badkamer gebracht. Toen ik neerhurkte om mijn behoefte te doen en opzij keek, schrok ik mij te pletter. Naast mij stonden drie emmers, met in elke emmer een schildpad ter grote van een schoolagenda.
Het houden van een schildpad in een emmer (natuurlijk om hem op een later moment op te eten) vind ik een naar iets. Het stuit mij tegen de borst; evenals het houden van een aapje in een kooi van nog geen kubieke meter groot. Ik zou er graag iets aan willen doen, maar hoe verander je de mentaliteit van de mensen die je als gast behandelen?
Thuis gekomen trek ik mijn vuile kleren uit en ik neem een bad. Zou het dit keer lukken om een dier op de film te krijgen?

Vijf dagen later

Agung staat voor de deur van mijn kamer. ‘Janse, ik heb de cameraval opgehaald. Ik denk dat we dit keer geluk hebben!’
‘Waarom denk je dat?’ vraag ik.
‘Kijk maar.’ zegt Agung, en hij houdt zijn hand op. In zijn handpalm ligt het onweerlegbare bewijs dat er een dier is langs geweest. Het is mij ook meteen duidelijk wat voor dier het is. Nu is de vraag – heeft de cameraval zijn werk gedaan en staat het dier op film?

In spanning bekijken we de filmpjes op de cameraval. De eerste filmpjes zijn natuurlijk gemaakt toe wij de cameraval installeerden. Ik zie stukje van mijn torso langskomen en een paar bezweette gezichten. De volgende drie filmpjes zijn vals alarm – er staat niets anders op dan de bosjes rond het hol. Op het volgende filmpje staat wel een dier. Een nachtvlindertje. Ik moet even slikken. Het lijkt erop dat we weer misgrijpen. Er is nog maar één filmpje over, gemaakt in de nacht. Gespannen kijken we naar het filmpje dat maar vijftien seconden duurt. De eerste tien seconden gebeurt er niets. En dan – onderaan het scherm -beweegt er iets. Een snuit, een oogje en –in een flits- de rest van het lichaam.
Agung en ik barsten los in gejuich. Het heeft gewerkt! Alle moeite is niet voor niets geweest… We hebben ons eerste zoogdier gefilmd met de cameraval (als je mij niet meerekent). Geen dood dier, maar wel een dier op film. ‘We moeten dit vieren.’ Zeg ik. ‘En de stekels? Mag ik die houden?’ Agung knikt. 

Wil je weten wat voor dier er op het filmpje verscheen? Klik dan hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten